Werkruimte aan huis in huurwoning

werkruimte aan huisWerkruimte aan huis

Stel u bent IB ondernemer en werkt vanuit uw huurwoning. Mag u de kosten die betrekking hebben op de werkruimte aan huis dan aftrekken? Dit is een vraag die sinds 6 juni van dit jaar minder makkelijk te beantwoorden is.

Op grond van jurisprudentie van lagere rechters werd sinds 2008 over het algemeen aangenomen dat bij een zakelijk gebruik van tenminste 10% van de huurwoning een ondernemer de keuze had het huurrecht van zijn woning geheel of gedeeltelijk tot het ondernemingsvermogen te rekenen.

Beslaat uw werkruimte aan huis dus minimaal 10% van de oppervlakte van uw totale huis dan mag u de totale huurlasten van uw woning aftrekken.

De gebruikskosten (bijvoorbeeld energiekosten) mogen afgetrokken worden naar rato van het zakelijk gebruik. Het eigenwoningforfait alsmede eventueel ontvangen huurtoeslag dient bij de winst te worden bijgeteld.

[box type=”info”]Artikel 3.16, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001
beperkt  de aftrek met betrekking tot een werkruimte aan huis die niet tot het ondernemingsvermogen behoort. Dit artikel bepaalt dat slechts kosten en lasten met betrekking tot een naar verkeersopvatting zelfstandige werkruimte aan huis in aanmerking komen.

Hierdoor valt een zolderkamer buiten de boot maar komt een verbouwde garage met eigen opgang en sanitair bijvoorbeeld wel in aanmerking.

Bovendien dient het inkomen hoofdzakelijk (70% of meer) in de werkruimte aan huis te worden gerealiseerd als er nog een werkruimte is buitenshuis. Is dit niet het geval dan dient het inkomen in belangrijke mate (30% of meer) in de werkruimte aan huis te worden verworven.

Verder beperkt artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c van de Wet IB 2001 de aftrek van kosten met betrekking tot tot het privé-vermogen van de belastingplichtige behorende of door hem in privé gehuurde bezittingen.

Op 1 oktober 2008 deed het gerechtshof Amsterdam een uitspraak die het mogelijke maakte het huurrecht zakelijk te etiketteren zodat de uitsluiting van huisvestingskosten op grond van eerdergenoemde artikelen niet meer mogelijk was.

Rechtbank Arnhem bevestigde deze lijn van denken later in haar
uitspraak van 17 december 2009.[/box]

Recente ontwikkeling

Rechtbank Den Haag deed op 6 juni van dit jaar een opmerkelijke uitspraak.

Het gaat in deze zaak om de aftrek van gemaakte kosten die betrekking hebben op een, naar verkeersopvatting niet zelfstandige werkruimte in een huurwoning. De inspecteur is voorbij gegaan aan eerdergenoemde jurisprudentie en heeft aftrek van de huisvestingskosten niet toegestaan.

[box type=”info”]Dit is opmerkelijk te noemen door de jurisprudentie in soortgelijke zaken en de rekenhulp die te vinden is op de website van de belastingdienst die aftrek van de huisvestingskosten in dit geval wel degelijk mogelijk maakt.[/box]

Rechtbank Den Haag volgt de inspecteur en neemt het standpunt in dat op grond van Artikel 3.16, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 aftrek inderdaad niet mogelijk is. Deze uitspraak is eveneens opmerkelijk te noemen gezien de eerdere uitspraken van andere (hogere) rechters.

Aftrek huisvestingskosten werkruimte aan huis nog mogelijk?

Gezien de toelichting toentertijd van de staatssecretaris op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 1 oktober 2008 en de jurisprudentie sindsdien lijkt aftrekken van huisvestingskosten met betrekking tot een werkruimte in een huurwoning nog steeds verdedigbaar. De recente uitspraak van rechtbank Den Haag roept echter vraagtekens op. Het is zaak de ontwikkelingen goed te blijven volgen.

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.